Sint-Baafsabdij pandgang buiten
© Tini Cleemput

Het ver­haal van de Sint-Baaf­sab­dij

De Sint-Baafsabdij. Een niet altijd even stille getuige van meer dan 1300 jaar Gentse en Europese geschiedenis. Een wandeling doorheen de abdij brengt je langs negen stops, die via een QR-code telkens een stukje van haar verleden prijsgeven.

1. Portus Ganda

‘Ganda’: de plek waar Leie en Schelde samenvloeien. Hier sticht de Zuid-Franse zendeling Amandus rond 630 een van zijn twee Gentse abdijen. De reactie van de locals op zijn komst is in het begin op zijn zachtst gezegd nogal lauw. Ze kieperen hem zelfs letterlijk in de Schelde. Toch betekent de komst van deze straffe prediker voor velen een kantelpunt. Bavo, een rijke edelman uit Haspengouw is zo onder de indruk van Amandus’ optreden dat hij zich als kluizenaar terugtrekt in een holle boom langs de Schelde.

Wanneer Bavo sterft en zijn stoffelijke resten in het Gandaklooster worden ondergebracht, ontstaat al snel een populaire heiligencultus waaraan de abdij haar naam te danken heeft. De Sint-Baafsabdij groeit in geen tijd uit tot één van de machtigste abdijen van de regio. De Vikingen gooien echter roet in het eten. Al plunderend trekken ze in de negende eeuw door onze gebieden en slaan hier in 880 zelfs hun winterkamp op.

De kloosterlingen zetten het op een lopen en vluchten met de relieken van Bavo naar Laon in Frankrijk. Pas in het midden van de tiende eeuw keren ze terug naar een volledig verwoeste abdij. De heropbouw van het klooster kan beginnen. Voortaan leven de monniken volgens de Regel van Benedictus die minutieus het dagelijkse kloosterleven regelt.

Volg het pad verder tot aan de volgende QR-code en wandel verder naar de stenen plattegrond een beetje verderop. 

2. Groene kerk

Op 10 mei 1067 schrijdt een indrukwekkende stoet van bisschoppen, abten en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders in gewaden versierd met gouddraad en edelstenen, onder klokkengelui en omringd door wierrook en heiligenrelieken, deze kerk binnen om ze luisterrijk in te wijden. Zelfs koning Filips van Frankrijk en graaf Boudewijn V van Vlaanderen zijn erbij.

Vandaag geven de haagbeuken in deze ‘groene kerk’ aan waar ooit de immense abdijkerk stond. Elke haagbeuk stelt een verdwenen pilaar voor. De stenen muur links is eigenlijk het enige wat nog overeind staat van dit monumentale romaanse bouwwerk. 

Via de doorgang in deze ‘oudste muur van Gent’, waarin zelfs oude fragmenten van hergebruikte Romeinse dakpannen en bakstenen werden verwerkt, wandel je de abdij binnen. 

3. Pandhof 

De binnentuin of pandhof is het hart van de abdij
De romaanse kloostergang is aanvankelijk een open constructie zonder deuren en ramen, waardoor het in de gangen vaak tocht en binnen regent. De monniken dragen dan ook een dik habijt en een warm onderkleed. In de vijftiende eeuw worden de pandgangen voorzien van grote glas-in-lood-ramen als beschutting tegen weer en wind. 

Via de deur aan het einde van deze pandgang hebben de monniken rechtstreeks toegang tot de kerk. Wandel daar verder naar links. 

4. Kapittelzaal

De zeer schoonen mozaïekvloer van gebakken aard. Ik onderscheidde er arenden, hanen, herten, leeuwen, veel Byzantijns loofwerk, mannen te paard, ja leliën, eenige uit den tijd van Lodewijk VII, andere die ouder zijn (…)

Victor Hugo, brief aan zijn vrouw over zijn bezoek aan de Sint-Baafsabdij, 1837

Dit is een van de belangrijkste en oudste ruimtes van de abdij: de kapittelzaal, met stenen banken rondom rond en een vloer ooit bedekt met schitterende geglazuurde tegels. In deze vergaderzaal komen de monniken dagelijks samen. Ze nemen er beslissingen over het reilen en zeilen van hun gemeenschap. 

Rechts van de kapittelzaal zie je de sacristie, de ‘bijkeuken’ van de kerk, waar men de mis voorbereidt. Je kan het je nauwelijks nog voorstellen, maar in de middeleeuwen zijn de muren er beschilderd met kleurrijke bijbelse taferelen. 

Boven de kapittelzaal ligt het dormitorium of de slaapzaal met kleine rondboogvensters om zo weinig mogelijk licht binnen te laten. Elke nacht blijft er een monnik wakker om de tijd in de gaten te houden. Enkele uren na middernacht staan de monniken al op voor de metten, de vroegste gebedsdienst. Er gaan per dag niet minder dan zeven diensten door.

Loop nu naar het achthoekige gebouwtje dat zich tegenover de kapittelzaal bevindt.

5. Lavatorium

In dit lavatorium wassen de monniken hun handen voor ze naar de refter of de kerk gaan. Een ingenieus systeem van leidingen, kanaaltjes, putten en reservoirs voorziet de abdij van water uit de Schelde. 
Boven het lavatorium ligt het sanctuarium of de schatkamer van de abdij. In deze goed verstopte kamer, die aanvankelijk enkel vanuit de slaapzaal bereikbaar is, bewaren de monniken hun waardevolste schatten waaronder heiligenrelieken. Die brengen veel geld in het laatje voor de abdij: relieken trekken pelgrims aan die maar wat graag met schenkingen hun zonden afkopen. 

Eeuwenlang bewaart men hier onder meer de relieken van de heilige Macharius. Deze zwerver geeft zich uit voor een verdwaalde bisschop uit Antiochië en krijgt rond 1011 onderdak in de abdij. Hij verricht er een aantal mirakels en sterft ten slotte zelf aan een besmettelijke ziekte. Hij wordt een pestheilige die in Gent zo populair is dat men tijdens de pestepidemie in 1634 het lavatorium ombouwt tot een Machariuskapel. Vandaag heet de wijk rond de abdij nog steeds de Machariuswijk.

Verlaat nu het lavatorium, vervolg je route links  tot aan QR-code 6.

6. Scriptorium en bibliotheek

Naast elke schrijver, of boven aan het hellende blad van elke tafel, stond een lessenaar waarop de te kopiëren codex lag, met over de bladzijde een maskertje dat de regel omlijstte die op dat moment werd overgeschreven. Sommigen hadden gouden of andere gekleurde inkten. Anderen daarentegen zaten alleen maar boeken te lezen en aantekeningen te maken in hun eigen schriften of op hun schrijfplankjes.

Umberto Eco, De naam van de roos, 1980

In de smalle ruimte rechts staat in de middeleeuwen een trap die rechtsboven uitkomt in de slaapzaal, linksboven in de bibliotheek en scriptorium. Daar kopiëren en versieren monniken handschriften en schrijven ze zelf ook teksten. Heel wat handschriften die er eeuwenlang hebben gelegen  worden vandaag in de Gentse universiteitsbibliotheek bewaard. Zo ook het beroemde Liber floridus of ‘bloemrijk’ boek, een prachtige geïllustreerde twaalfde-eeuwse encyclopedie. 

Volg nu verder de pandgang. 

7. Voorraadkamers en Mercatelzaal 

Hier beneden liggen de grote voorraadruimtes van de abdij. Enkel de keldermeester heeft de sleutels. Hij verdeelt de ingrediënten die nodig zijn voor het klaarmaken van de maaltijden. De voorraadkamers van abdijen zijn doorgaans goed gevuld. Geregeld ontvangt de abt belangrijke gasten en wordt er rijkelijk en uitvoerig getafeld.

Abt Raphaël de Mercatel laat in 1495 de uiterst rechtse voorraadkamer ombouwen tot een plechtige ontvangstruimte met stenen zitbanken voor de gasten. Mercatel is een van de vele bastaardzonen van Filips de Goede, hertog van Bourgondië en heerser over onze gewesten. Ook de abdij danst in die periode naar de pijpen van de hertog die in 1478 zijn zoon tot abt benoemt.

Zoals iedereen aan het Bourgondische hof is Raphaël de Mercatel verslingerd aan vertier en luxe. Hij voorziet de abdij van een gotische make-over. Van zijn vader erft hij ook de liefde voor mooie boeken. Hij verzamelt heel wat handschriften over geschiedenis, filosofie, geografie, plant- en dierkunde en laat ondanks de opkomst en uitvinding van de boekdrukkunst zelfs nieuwe luxehandschriften kopiëren en maken. Na zijn dood wordt zijn lichaam, geëscorteerd door 100 ruiters, vanuit zijn favoriete refuge in Brugge teruggebracht naar Gent, waar het met veel pracht en praal begraven wordt in de abdijkerk.

Ga nu naar de grote refter, die zich boven deze kelderruimten bevindt. 

8. Refter en keuken

Tijdens het lezen is er volledige stilte: geen gefluister of stemgeluid is te horen behalve dat van de lezer.

Regel van Benedictus, hoofdstuk 38

Je staat hier in de refter, een romaans juweel uit de twaalfde eeuw. In deze monumentale ruimte eten vaak niet meer dan een twintig- of dertigtal monniken. De abt neemt plaats aan een afzonderlijke tafel. Halverwege de refter zie je aan de binnenzijde een hoge nis. Van daaruit leest de lezer van dienst tijdens de stille maaltijd voor. 

Drie zijden van de refter worden vandaag ingenomen door een rijke collectie Gentse grafstenen. Samen met nog andere stenen sculpturen die je her en der verspreid over de site terugvindt, verwijzen ze naar het Museum voor Stenen Voorwerpen dat hier in de negentiende eeuw een onderkomen vond. De grafsteen van Hubert Van Eyck, broer van, werd hier tot voor kort bewaard maar is nu overgebracht naar het nieuwe bezoekerscentrum voor het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal.

Purperblauw en grijs kunnen de stenen
Hier in alle rust verkruimelen
Van smaragd en groen groeien de varens
Op de muren die mogen vergaan
In nog veel verdere eeuwen
Wanneer wij er niet meer zijn

Luc De Vos, 2008

Aan de achterzijde van de refter zie je drie raampartijen. De overblijfselen van twaalfde-eeuwse muurschilderingen tonen uiterst links de heilige Macharius. Tegenover hem staat een heilige bisschop, vermoedelijk Amandus, de stichter van de abdij. Rechts zie je Brictius en Caphraïldis. Dat zijn twee personages uit de legende van de volledig verzonnen heilige Livinus of Sint-Lieven. In de eeuwenlange concurrentiestrijd tussen de monniken van Sint-Baafs en die van Sint-Pieters die tot in de twaalfde eeuw woedt, deinzen de rivaliserende monniken er immers niet voor terug om documenten te vervalsen en zelfs heiligen te verzinnen.

Via de grote deur onder het kruisbeeld kom je in de keuken van de abdij. 
Ga verder door de poort. Het smalle paadje verderop, aan jouw rechterkant, brengt je tot bij de waterput. 

9. Westvleugel en waterput

Wat het klooster betreft: dat dient indien mogelijk zo gebouwd te worden dat alle noodzakelijke dingen (te weten: water, een molen, een tuin en werkplaatsen) binnen het klooster een plaats hebben. Dan hoeven de monniken niet her en der naar buiten te gaan, wat absoluut niet goed is voor hun ziel.

Regel van Benedictus: hoofdstuk 66

Deze waterput is eigenlijk een overblijfsel van het Sint-Baafsdorp, dat vanaf de tiende eeuw rondom de abdij ontstaat.

Hier in de westvleugel, die zo goed als volledig verdwenen is, vinden in de middeleeuwen de lekenbroeders een onderkomen. In tegenstelling tot de monniken, houden zij zich uitsluitend bezig met huishoudelijk werk. Hier bevinden zich ook de ruimten waar de rentmeester de opbrengsten van de landerijen en domeinen van de Sint-Baafsabdij int. De eerste verdieping van dit gebouw is gereserveerd voor de veelvuldige gasten van de abdij

Vanaf de dertiende eeuw vormt de abdij namelijk vaak het decor voor diplomatieke bijeenkomsten, geboortes, huwelijken en begrafenissen. In 1340 nodigt Jacob van Artevelde hier bijvoorbeeld de Engelse koning Edward III en zijn echtgenote Filippa van Henegouwen uit. De leider van de Gentse wevers wil de invoer van de Engelse wol die broodnodig is voor de Gentse lakennijverheid, veiligstellen in de woelige 100-jarige Oorlog. Door de onrust in eigen land vertoeven Edward en zijn hoogzwangere eega een tijdje in de Sint-Baafsabdij. Filippa bevalt hier op 6 maart 1340 van haar vierde zoon, John of Gaunt, de latere hertog van Lancaster.
 

Enkele jaren later, op 19 juni 1369, is de abdijkerk het decor van één van de meest somptueuze huwelijksplechtigheden van die tijd. Filips de Stoute, de eerste Bourgondische hertog trouwt er met Margaretha van Male, dochter van de Vlaamse graaf. Alle belangrijke graven en hertogen zijn aanwezig. Het huwelijksfeest moet niet alleen Vlaanderen, maar ook half Europa verbluffen. De stad is dagenlang het decor van uitbundige feesten. Door dit huwelijk belandt het graafschap Vlaanderen, na de dood van Margaretha’s vader in 1385, in de schoot van het Bourgondische huis. Filips de Stoute ziet zijn huwelijk eindelijk verzilverd! 

Op dat moment is het onvoorstelbaar dat de laatste telg van de Bourgondische hertogen en geboren Gentenaar, de streng katholieke keizer Karel V, in 1540 diezelfde kerk en abdij met de grond gelijk zal maken als straf voor de Gentse opstandigheid...

Keer nu op je stappen terug  en neem de trap naar beneden. Volg de bewegwijzering richting uitgang.